Traditie & geschiedenis van de Winzerverein Deidesheim
Traditie & geschiedenis van de Winzerverein Deidesheim
Meer dan honderd jaar vooruitgang
Meer dan honderd jaar vooruitgang
Zowel de wijnbouw, als de stad Deidesheim kijken terug op een gemeenschappelijke geschiedenis van meer dan 100 jaar. De eerste wijnranken moeten al in de tijd van Christus in deze regio aanwezig geweest zijn. Romeinse soldaten introduceerden de wijn en de methodes van aanplanten in de toentertijd al zonnige Pfalz.
Onze kwaliteitsgarantie, predicaat voor excellente wijn.
Onze kwaliteitsgarantie, predicaat voor excellente wijn.
Al bijna 1300 jaar zijn wijn en Deidesheim nauw met elkaar verbonden.
In het jaar 699 werd Deidesheim reeds in aktes vermeld als ‘Wijnbouw uitvoerend’.
Van het jaar 1090 tot 1797 behoorde Deidesheim tot het Vorstenbisdom “Speyer” en kreeg in 1395 de begeerde stadsrechten en werd een door vestingwerk ommuurde stad.
Vandaag de dag is Deidesheim een beroemd stadje aan de rand van de “Mittelhaardt”.
Een wijnregio karakteriseert de mensen
Een wijnregio karakteriseert de mensen
In de afgelopen eeuwen beleeft de wijnbouw in Deidesheim met onderbrekingen een bloeiende tijd. Uiteenlopende wijnjaren, van zeer goede jaren tot jaren die het slachtoffer werden van strenge vorst, drukken een stempel op deze regio. Zij karakteriseren niet alleen de wijn, maar ook de mensen die ervan leven. Ook vandaag de dag geldt, dat de wijnbouw één van de belangrijkste inkomensbronnen is – naast het toerisme. In wisselwerking met de natuur beleefden de wijnboeren goede en slechte tijden.
In het jaar 828 werd in oude oorkondes voor het eerst over een goed wijnjaar gesproken.
Uit de weinige aantekeningen die uit 1426 overgebleven zijn, valt op te maken, dat er dat jaar veel goede en goedkope wijnen waren. Voor de waarde van destijds één muntje, moest men wel twee keer een herberg bezoeken om dit aan wijn te kunnen opmaken.
In 1628 waren alle druiven - nog voordat ze rijp waren - inclusief ranken bevroren, evenals in het jaar 1709.
De onderscheiden jaargang 1783 staat te boek als een nog nooit eerder voorgekomen jaargang in die eeuw en werd het startschot gegeven voor de productie van kwaliteitswijnen.
Onderscheiden Rieslings brachten wel € 1.000 per wijnvat op (wijnvaten van 800 – 1000 liter).
Aan het einde van de 18e eeuw wisselden succesvolle oogsten elkaar af. Veel kleine wijnboeren ging het echter economisch zeer slecht. Zij werden voor de moeite en zware arbeid slecht beloond. Het was te weinig om van te leven en hun familie van voedsel te voorzien en te veel om te sterven.
De Raiffeisenbeweging helpt de wijnboeren
De Raiffeisenbeweging helpt de wijnboeren
In deze situatie waren het mannen met een vooruitziende blik, die het lot van de kleine wijnboeren wilden helpen verbeteren. Zij namen de zaken ter hand en gingen op zoek naar nieuwe oplossingen. Eén van de pioniers was het geestelijke raadslid Bernhard Brenner, geboren in 1859 in Deidesheim. Hij was al op jonge leeftijd werkzaam in de Raiffeisenbeweging.
Hij richtte in de Pfalz 100 waren- en credietcoöperaties op en ging de geschiedenis in als de “Raiffeisenpater”.
Op zijn initiatief probeerde men al in 1890 in Deidesheim een vereniging voor wijnboeren op te richten. Deze eerste poging liep echter stuk. Er kwamen niet genoeg leden en kapitaal tezamen. In datzelfde jaar kwam ook Johannes Mungenast als schoolmeester naar Deidesheim. Hij pikte het idee van Brenner op en volhardend ging hij de jaren daarna ermee verder.
Zijn nevenfunctie als calculator van de lokale spaar- en leningskas was zijn voedingsbodem. Mungenast zag snel de zorgen en nood van de kleine wijnboeren in en de voordelen van een vereniging.
Hij maakte de mensen in redevoeringen, voordrachten en vergaderingen van de Raiffeisenbond attent op de bestaansbedreiging van de hem na aan het hart liggende kleine wijnboeren. In het jaar 1897 werd bijvoorbeeld voor 40 liter most gemiddeld 16 mark aan de kleine wijnboeren betaald, terwijl de daadwerkelijke waarde rondom de 25 mark lag. Dit onrecht stelde hij aan de kaak.
Zijn uitingen kregen bijval. Na een reis, in opdracht van de Raiffeisenbond, naar de gebieden van de Rijn en Ahr, waar hij de werkwijze van de eerste verenigingen van wijnboeren in Duitsland bestudeerde, was het eindelijk zo ver. In de herberg ‘Zum Bayerischen Hof’ (de tegenwoordige Ratskeller) te Deidesheim richtten 45 wijnboeren op 16 september 1898 de eerste vereniging van wijnboeren in de Pfalz op. Zijn doel was zuivere wijnen te vervaardigen door gezamenlijk persen van most door de leden en deze wijnen op een uniforme wijze te behandelen en vervolgens door gemeenschappelijke verkoop optimaal op de markt te brengen.
De startfase van de vereniging van wijnboeren
De startfase van de vereniging van wijnboeren
Met behulp van een door Mungenast moeizaam verkregen subsidie van de staat van 2.500 mark en een opbouwkrediet van 15.000 mark tegen 1% rente, terug te betalen in termijnen van 1000 mark, begonnen de oprichtingswerkzaamheden.
Het vestigingsgebouw bevond zich in de Bennstrasse.
Al in april 1899 werd de plaats bij het treinstation ontworpen en werd door de leden, kelder en persruimte op eigen kracht opgericht. Bovendien werd een wijnhuis met restaurant geopend. De gezamenlijke kosten kwamen op 130.000 mark. De jonge vereniging had hoge schulden. Had de herfst van 1898 nog maar 45 wijnvaten most opgeleverd, in 1900 waren dat er al 120, met een waarde van 90.000 mark. Het aantal leden nam snel toe tot 64.
In 1901 vond de eerste wijnveiling plaats. In 1902 bezocht de Beierse Prins Ludwig, later Koning Ludwig III, Deidesheim en ook de Winzerverein. In 1904 werden voor het eerst ‘Riesling-toeslagen’ betaald. In 1905 werd de 43 jarige Mungenast, sinds 1901 bestuursvoorzitter van de vereniging van wijnboeren, als directeur gevraagd van de Raiffeisenbond in Ludwigshafen. Zijn opvolger bij de vereniging werd Friedrich Wilhelm Mayer, geboren in 1843 in Ruppertsberg.
De leraar Michael Henrich nam de dagelijkse leiding. In 1909 treedt de vereniging toe tot de bond van natuurwijn-veilingmeesters.
Initiatiefnemer Mungenast zelf, die in datzelfde jaar (1909) weer naar Deidesheim terugkeerde als leraar, trad op grond van het feit dat hij zelf geen eigen wijngaarden bezat in 1911 af als lid van de vereniging.
De 'tweede vereniging'
De 'tweede vereniging'
Toch richtte hij slechts twee jaar later met 23 wijnboeren een coöperatieve vereniging van wijnboeren Deidesheim op, quasi een tweede wijnboerenvereniging. De ‘eerste’ had zich al lang bewezen, maar nam geen leden meer op. De beheerders vreesden dat de opslagcapaciteit niet voldoende zou zijn.
Ook de coöperatie ontwikkelde zich positief. De oogst van 1915 bracht 52.240 mark op. In september 1916 verwierf de coöperatie het tot dan toe gehuurde wijnhuis in de Hauptstrasse 65/67 voor de prijs van 67.500 mark en bouwde het uit.
Eind 1916 telde de coöperatie 116 leden. Het uitmuntende wijnjaar 1917 ging als hypotheekaflossend de geschiedenisboeken in. In 1918 vindt de toetreding van de coöperatie tot de bond van natuurwijn-veilingmeesters plaats. Mungenast treedt in 1932 feestelijk uit dienst. In 1949 koopt de coöperatie in de Hauptstrasse 29, aan de marktplaats het hoekpunt- wijnhuis tegen een prijs van 45.000 DM, de huidige beroemde Deidesheimer Hof.
In de voorgaande en daarop volgende jaren waren er meerdere malen toenaderingspogingen tussen de beide instituten. In 1929 besloten bijvoorbeeld de beheerders gemeenschappelijke reclame en werving te bedrijven. Helaas kwam het in de praktijk niet ten uitvoer. Beide verenigingen doorstonden hoogtepunten en dieptepunten, ondervonden de harde tijd van de 2e wereldoorlog, overleefden ook de woelige eerste jaren na de oorlog en profiteerden vervolgens van het begin van het Duits economisch wonder.
De fusie
De fusie
In het jaar 1966 volgde de fusie. De vereniging van wijnboeren telde 177 leden, de coöperatie nam 211 leden mee met rond 100 ha wijnbouwgebied. De fusie was niet eenvoudig. Een aantal belangrijke veranderingen en keuzes moesten worden gemaakt.
De nieuwe grote vereniging zetelde in het wijnhuis van de coöperatie aan de Prinz-Rupprecht-Strasse Deze breidde zich uit en er volgden verbouwingen. Ten eerste werd er een nieuwe ruimte om de wijn te persen gebouwd en in de daarop volgende jaren werd onder andere de voormalige danszaal omgebouwd als magazijn voor 400.000 flessen. Nieuwe stalen en kunststof tanken werden aangeschaft en de Deidesheimer Hof werd verkocht. Het wijnhuis van de coöperatie aan de Hauptstrasse 67 werd een restaurant, kreeg een proeverijkelder en diende als uitwijkkelder.
Hoopvolle tegenwoordige tijd
Hoopvolle tegenwoordige tijd
Vandaag de dag beschikt de coöperatie Winzerverein Deidesheim e.G. over een opslagcapaciteit van rond de 6 miljoen liter wijn in vaten en flessen. De jaarlijkse afzet schommelt tussen de 1,7 en 2 miljoen liter wijn. De beschikbare wijnbouwoppervlakte van de ongeveer 500 leden telt ongeveer 200 ha.
Slechts een half dozijn medewerkers heeft als hoofdberoep: wijnboer. 30 vaste medewerkers van de coöperatie zorgen voor een gezamenlijke omzet van rond de 5 miljoen Euro per jaar.
Gevarieerd aanbod
Gevarieerd aanbod
Bij de coöperatie worden meer dan 100 verschillende wijnsoorten en sekt verkocht.
Vele zijn onderscheiden en hebben een prijs toegekend gekregen. Belangrijkste druivensoort met een aandeel van 75 % is de begeerde Riesling.
Müller-Thurgau heeft een aandeel van 12%.
Het aandeel van rode wijnen (Dornfelder, Spätburgunder, Merlot, Portugieser Weissherbst) is in de laatste jaren toegenomen tot 10%.
Dit aandeel van rode wijnen zal in de toekomst nog meer toenemen.
Van Qualitätswein bestimmter Anbaugebiete (Kwaliteitswijn van bepaalde bodem) (QbA) tot aan Eiswein, alle kwaliteitsniveaus van Duitse wijnen worden aangeboden.
Naast wijn verkoopt de coöperatie ook druivensap, regionale worstspecialiteiten, wijnmosterd, inheemse wijndistillaten en bijbehorende wijnaccessoires.
De Deidesheimer wijnhandel GmbH. fungeert sinds 1995 als 100% dochteronderneming .
Via deze maatschappij wordt de bijkomende aanvullende vraag naar wijn afgewikkeld.
In het bestand van de coöperatie staan vandaag de dag meer dan 11.000 klanten geregistreerd. De helft ervan zijn eindgebruikers, maar ook grote handelsmaatschappijen worden bevoorraad. Veel klanten kopen rechtstreeks bij de coöperatie. Per dag bezoeken ca. 30 klanten de coöperatie. Afnemers van buitenaf worden in hun vraag naar wijnen voorzien via 30 landelijke verkoopfilialen, of bestellen direct bij de coöperatie. De kern van het afzetgebied bestrijkt rondom ca.100 kilometer.
Belangrijkste omzet wordt gedragen door de droge wijnen van het grondstuk “Deidesheimer Hofstück”. Alleen daarvan al worden al 20.000 flessen per maand verkocht. Bij de halfdroge wijnen loopt het grondstuk van de “Deidesheimer Paradiesgarten” voorop. Veel vraag is er ook naar rode wijnen en Weissherbst (Rosé). De Deidesheimer Winzerverein is sedert jaar en dag alom vertegenwoordigd in alle gerenommeerde gebieden van de Mittelhaardt.
De export, overwegend naar Scandinavië maar ook naar Japan, Engeland, België en Nederland, bestrijkt per jaar ongeveer 10 a 20 % van de omzet . Om de verkoop binnen, maar ook buiten het kernafzetgebied uit te breiden, wordt er door de coöperatie stevig geïnvesteerd.
‘Johannes Mungenast’
© Winzerverein Deidesheim eG